Halverwege de 15e eeuw komt er een opmerkelijk procesverzoek binnen bij het Hof van Holland. Martin Hogendans, cipier van de Gevangenpoort, wil een proces aanspannen tegen jonkvrouw van Spaarnwoude. De reden: ze heeft voor 12 pond aan extra voedsel bij hem besteld voor de gevangene Dirk van Delft. Maar nu weigert zij hiervoor te betalen! Wat zegt dit over het eten dat de gevangenen krijgen in de Gevangenpoort?
Een extra centje verdienen
In de Gevangenpoort hangt veel af van je maatschappelijke status. Gewone gevangenen belanden in de koude, vochtige gajolen. Terwijl rijke edellieden het een stuk aangenamer hebben in cellen zoals de Ridderkamer en de Vrouwenkamer. Maar daar stopt het onderscheid tussen de gevangenen niet. Ook het eten dat je tijdens je gevangenschap krijgt, wordt bepaald door je status en financiële mogelijkheden. Gewone gevangenen worden op water en brood gezet. Rijkere gevangenen hebben de mogelijkheid om eten te kopen bij de cipier. Tegen betaling kunnen zij een maaltijd krijgen uit zijn keuken om zo hun verblijf aangenamer te maken. En dat blijft niet alleen bij eten. Ook bier en wijn kunnen rechtstreeks bij de cipier besteld worden. De cipier werkt hier maar wat graag aan mee, want voor hem betekent dit de mogelijkheid om zijn salaris aan te vullen. De cipier krijgt van het Hof van Holland sluit- en kostgeld voor elke gevangene. Om te voorzien in hun onderhoud. Maar deze kosten worden vervolgens weer verhaalt op de arrestanten, opgeplust met de kosten die zij gemaakt hebben voor extra bestellingen.
Vlees en spek in het gewelf
In de cipierswoning staat een soort kelderkast, de bottelarij, waar wijn, bier en andere dranken bewaard worden. Maar ook op andere plekken in de Gevangenpoort wordt voorzien in de etensvoorraad van het complex. Zo wordt de grote kelder onder de examineerkamer gebruikt om vleeswaren in te bewaren. Aan grote haken aan het plafond hangen grote hompen vlees en spek van koeien en varkens te drogen. Het vee wordt levend gekocht en verblijft tijdelijk tot de slacht in een stal op de binnenplaats van de Gevangenpoort. Op de andere binnenplaats is een hof, wat vermoedelijk een soort moestuin is geweest. En, er schijnt daar zelfs een bescheiden wijngaard te zijn! In het bakhuys op deze binnenplaats wordt gekookt en vanuit daar worden de maaltijden naar de gevangenen gebracht.
Bezoek en straf
Regelmatig krijgen de verdachten bezoek én eet dit bezoek een hapje mee. De vrouw van de verdachte, de kerkmeester en soms de cipier zelf; regelmatig schuiven ze aan in de Ridderkamer en de Vrouwenkamer. Natuurlijk allemaal wederom op kosten van de verdachte. Maar soms wordt eten ook ingezet als straf. Zo wordt Willem Deym in 1446 door het Hof van Holland verbannen naar kasteel Heusden. Tien jaar lang wordt hij daar opgesloten, en dat is niet het enige besluit. De eerste twee jaar van zijn opsluiting wordt hij op water en brood gezet. Om zijn verblijf nog onaangenamer te maken.
Eerlijkheid duurt het langst
De mogelijkheid om eten te kopen bij de cipier is prettig, maar leidt ook regelmatig tot misstanden. Uit regelementen voor cipiers die met grote regelmaat worden aangepast blijkt dat de cipiers van de Gevangenpoort regelmatig misbruik maken van de hongerige gevangenen. Er wordt te veel gerekend voor een maaltijd, het geserveerde voedsel blijkt bedorven of er wordt zonder overleg eten aan bezoekers gegevens op kosten van de gevangenen.
Hugo de Groot onderzoekt klachten
In 1609 wordt het zelfs zo bont dat er een heus onderzoek wordt gestart naar aanleiding van klachten van enkele vooraanstaande gevangenen. Zij vinden dat zij onheus worden behandeld door de cipier en verzoeken het Hof van Holland op te treden. Daarop wordt de procureur ingeschakeld om onderzoek te doen in de Gevangenpoort. En de rapporteur is niemand minder dan Hugo de Groot. Hij gaat grondig te werk en hoort de vijf gevangenen aan over hun klachten. Hij noteert dat ‘de boeter (red. boter) dije aldaer ter tafel werden aangerecht ende waarmede de spijs werden gecoockt nijet eetbaer was’. Ook merken de vijf gevangenen op dat zij vaak als laatst te eten krijgen, na de andere kamers. En dat zij daarbij regelmatig het eten opgediend krijgen dat is overgebleven uit andere cellen. Bovendien is het vlees dat op tafel kwam ‘stockigh ende luchtende (red. stinkend)’. Ook de cipier wordt door De Groot gehoord. Hij probeert alle klachten te weerleggen. En dat is niet het enige dat hij De Groot te melden heeft: hij heeft ook wel wat op te merken over de verdachten. De gearresteerden blijken namelijk meerdere malen zijn dienstmeiden lastig te hebben gevallen. De arrestanten hebben ‘oneerlijke propoosten (red. voorstellen)’ aan de meisjes gedaan. Verdachte Maarten de la Fleij heeft dienstmeid Marijken tijdens het opmaken van zijn bed zelfs bovenop het bed geworpen en geprobeerd op haar te gaan liggen.
Een toepasselijke straf
Aan advocaat De Groot de taak om hier een uitspraak over te doen. Uiteindelijk komt De Groot tot de conclusie en oplossing dat het voedsel in de Gevangenpoort voortaan regelmatig gecontroleerd moet worden. Eenmaal per week dient de procureur van het Hof van Holland naar de Gevangenpoort te komen om de controles uit te voeren. Ook worden de ordonnantiën voor de cipiers aangevuld met verboden op het serveren van bedorven voedsel en andere aanscherpingen over onwenselijk gedrag richting de gearresteerden. De cipier moet de aangescherpte regels ondertekenen én deze moeten hardop voorgelezen worden aan de arrestanten in de Ridderkamer. Daarbij wordt meteen ook een dreigement toegevoegd: als de arrestanten de dienstmeiden nog eens onfatsoenlijk bejegenen, zullen zij gestraft worden; met een dieet van water en brood.