Vrouwen en kinderen eerst
Plundering van het huis van burgemeester Geertsema te Groningen, 1748, Prent door Reinier Vinkeles, naar Cornelis Buys, 1780 – 1795, Rijksmuseum

Vrouwen en kinderen eerst

Wat was de rol van vrouwen en kinderen bij oproeren?

Wij gebruiken cookies om onze website te verbeteren. Meer info

Accepteren

Regelmatig vonden in Hollandse steden in de 17de en 18de eeuw oproeren plaats. Het volk kwam dan in opstand tegen de autoriteiten, bijvoorbeeld vanwege voedselschaarste, te hoge prijzen, belastingen of om politieke redenen. Anders dan je misschien zou denken, waren deze rellen en ongeregeldheden absoluut niet a man’s world. Vrouwen maar ook kinderen hadden vaak een belangrijk aandeel in het ontstaan en in de organisatie van de oproeren.

Kaat Mossel

De bekendste vrouwelijke relschopper uit de Nederlandse geschiedenis is ongetwijfeld Kaat Mossel, of Catharina Mulder, zoals ze eigenlijk heette. Deze Rotterdamse mosselkeurvrouw werd in 1784 opgepakt vanwege haar betrokkenheid bij orangistische rellen in Rotterdam, waarbij vier doden waren gevallen. Ze werd ervan verdacht de relschoppers te hebben opgehitst en zijzelf zou door kringen rond stadhouder Willem V zijn omgekocht om onrust te zaaien – wat ze zelf overigens ontkende. Mulder zat twee jaar vast in de Gevangenpoort en kwam pas weer vrij toen stadhouder Willem V in zijn macht was hersteld.  

Vrouwen als relschoppers

Kaat Mossel was geen uitzondering. Vrouwen speelden vaak een grote rol in oproeren. Dat blijkt uit beschrijvingen van oproeren door tijdgenoten, maar ook uit gerechtelijke bronnen. Historicus Rudolf Dekker vond voor de 17de en 18de eeuw zelfs 26 oproeren en 50 kleinere rellen in Holland die (bijna) uitsluitend vrouwelijke aangelegenheden waren. De vrouwen traden vaak op als organisatoren van een oproer en werden soms aangeduid als ‘kapitein’ of ‘officier der wijven’. Vaak begon een oproer met een demonstratie: de vrouwen liepen dan in optocht door de stad, zwaaiend met vaandels en op trommels of ketels slaand. Maar ze namen evengoed het voortouw in de ongeregeldheden zelf: door stenen aan te geven, omstanders aan te moedigen en door te schelden en te provoceren.

Voorhoede 

Hoe kwam het dat vrouwen zo’n prominente rol hadden bij oproeren? Eén van de factoren was de idee dat vrouwen minder gauw werden aangepakt door ordehandhavers dan mannen. En als ze wél werden aangepakt, konden ze rekenen op lichtere straffen of zelfs helemaal geen straf. Het was dus dankzij hun positie als underdog en hun vermeende weerloosheid dat vrouwen tot op zekere hoogte een vrijbrief hadden om te rellen.

Dat gold ook voor kinderen trouwens. Bijna standaard waren bij een oproer kinderen aanwezig: ‘jongens’, zoals ze in de 17de en 18de eeuw steevast werden genoemd, meestal uit de onderste lagen van de bevolking. Net als vrouwen vormden de ‘jongens’ vaak de voorhoede van een oproer. Hun optreden kon namelijk escalerend werken.

‘Ick sal uw op uw backhuys bruyen’ 

Dat laatste is mooi te illustreren aan de hand van een oproer in Den Haag in 1653. Dat begon nog vrij onschuldig met een aantal Oranjegezinde demonstraties van ‘jongens’. Groepen jongeren trokken in de jaren 1652-1653 verschillende malen met oranje vaandels en oranje linten door de straten van de hofstad. De ‘jongens’ wilden zo laten zien dat ze op de hand van de prins van Oranje waren. Kort ervoor was het Eerste Stadhouderloze Tijdperk aangebroken. Onder aanvoering van Hollandse steden was de macht van het Huis van Oranje stevig ingeperkt, tot onvrede van grote delen van de bevolking van de Republiek. De Haagse jongens kozen dus publiekelijk partij vóór de Oranjes en tegen het nieuwe staatsgezinde bewind. Helemaal vreedzaam verliepen de demonstraties niet: de jongeren waren bewapend met geweren en pieken en schoten op verschillende plekken in de stad de ruiten van woonhuizen aan diggelen.

De autoriteiten wilden hier een eind aan maken, maar moesten oppassen dat het niet uit de hand zou lopen. Verboden hielpen niet en ook vermaningen aan het adres van de ouders van de kinderen haalden niets uit. Toen gerechtsdienaren van het Hof van Holland probeerden de jongeren te verjagen, kregen zij direct te maken met tegenwerking van volwassen omstanders. Een van de omstanders schold een gerechtsdienaar uit voor ‘hondt’ en bedreigde hem: ‘soo gy iemandt van de Jongens aenraeckt, sal ick uw op uw backhuys bruyen (als je iemand van de jongens aanraakt, zal ik je op je gezicht slaan)’. Toen een gerechtsdienaar een trompet van een van de jongens in beslag nam, sloeg de vlam in de pan. Volwassen omstanders gingen zich er nu mee bemoeien. Binnen een mum van tijd had zich een stenen gooiende menigte verzameld voor het huis van de bewuste gerechtsdienaar, en ook elders in de stad werden ruiten ingegooid en vonden ongeregeldheden plaats.

Stenen gooiende vrouwen

Vrouwen hadden ondertussen het stokje overgenomen, zo blijkt uit de verhoren die naar aanleiding van de rellen plaatsvonden. Verschillende vrouwen werden ervan verdacht stenen te hebben aangebracht of zelfs gegooid en van het ophitsen van de menigte. ‘Tsa, tsa (kom op, kom op): Laet ons nu nae Pollenburge gaen’, zou de 36-jarige Anna Grift hebben geroepen. Pas na de inzet van het leger keerde de rust terug in Den Haag.

De Haagse rellen van 1653 laten zien dat vrouwen zeker niet altijd de dans ontsprongen. Soms trad de overheid wel degelijk hard op tegen vrouwen om een voorbeeld te stellen voor anderen. Verschillende vrouwen werden door het Hof van Holland verhoord in de Gevangenpoort en uiteindelijk werden drie van hen veroordeeld. Ze werden verbannen en twee van hen werden zelfs gegeseld. De 45-jarige Grietje Hendricx, die al twee keer eerder gebannen was wegens prostitutie en diefstal, kwam er het slechtst vanaf: zij bekende pas onder tortuur. Haar straf bestond uit een publieke geseling met de strop om haar nek en een brandmerking. Daarnaast werd ze voor 25 jaar uit Holland verbannen. 

Literatuur:
• Rudolf Dekker, Holland in beroering: oproeren in de 17de en 18de eeuw (Baarn, 1982)

Bronnen:
• Haags Gemeentearchief, 0351-01 Rechterlijke archieven ’s-Gravenhage, inv.nr. 72

Tickets