Rasp
Deze rasp is afkomstig uit het Rasphuis in Leiden. Gevangenen moesten voor straf met dit soort raspen tropisch hardhout uit Brazilië versnipperen. Het geraspte hout diende als grondstof voor de verfindustrie.
Het opsluiten van gevangenen in tuchthuizen was aan het einde van de 16de eeuw een nieuwe ontwikkeling. Tot die tijd vond men dat misdadigers alleen gestraft moesten worden. De tuchthuizen waren erop gericht om de gevangene te heropvoeden door hem of haar orde en tucht bij te brengen. ‘Wilde beesten moet men temmen’, staat nog altijd op de toegangspoort naar het voormalige Rasphuis in Amsterdam. In de praktijk kwam van heropvoeden weinig terecht en waren de tuchthuizen vooral een aantrekkelijke bron van goedkope arbeidskrachten.
Specificaties
- Vervaardiger: onbekend
- Datering: 1600-1750
- Objectnummer: 068
- Materialen: hout, ijzer
- Afmetingen: 108 bij 12 cm