Pijnbank
De pijnbank werd gebruikt om verdachten tijdens een zogeheten ‘scherp verhoor’ te folteren. Doel was om de verdachte een bekentenis te laten doen. Deze werd op zijn rug gelegen met strakke touwen over schenen en de borst vastgebonden aan de pijnbank. De foltering bestond uit het aandraaien van ‘coorden’ waarin grote knopen zaten om de schenen en het hoofd. Ook kon de verdachte gegeseld worden met een roede of een zweep. De pijnbank was bewust net iets smaller dan het menselijk lichaam: zo kon de zweep direct op het lichaam van de verdachte knallen (zonder dat de bank in de weg zat) en sneden de koorden direct in het vlees, wat extreem pijnlijk was.
De pijnbank in de Gevangenpoort behoort waarschijnlijk tot een van de weinige voorwerpen die na de sluiting van de poort als gevangenis in 1828 zijn achtergebleven. Daarmee is het de enige pijnbank in Nederland die nog op zijn oorspronkelijke locatie getoond wordt.
Specificaties
- Vervaardiger: onbekend
- Datering: ca. 1600-1700
- Objectnummer: 092
- Materialen: eikenhout
- Afmetingen: 210 bij 38 cm